Slavenfeest, Benoit, 1930
Winti is de benaming voor het geloof en de geneeswijze van de tot slaafgemaakte bewoners van de plantages en de vrije Marrons in Guyana. Hoewel zij oorspronkelijk uit Afrika kwamen is winti geen puur Afrikaanse godsdienst, maar een combinatie van Afrikaanse en Amerikaanse rituelen en geneeswijzen. Winti is zowel het woord voor god, voor geest als voor wind. Winti bevat naast veel Afrikaanse elementen dus ook elementen uit het animistische geloof van de oorspronkelijke indiaanse bewoners van Guyana en enkele elementen uit het christendom (via de zending). Charles Wooding, die in 1972 een uitgebreid onderzoek publiceerde over winti in het Surinaamse district Para, spreekt van een Afroamerikaanse godsdienst.
Gerechten voor de geesten bij een begrafenis
Twee kenmerkende elementen uit de winti religie zijn het geloof in goden en (voorouder)geesten en het gebruik van kruiden. Er zijn goden en geesten van de lucht, de aarde, het water en het bos. Die bestieren het wel en wee van de mens. Die mens heeft een ziel, de kra of jeje, wat je kunt zien als het goddelijke aspect van de mens, en bovennatuurlijke voorouders, de djodjo. Deze woorden hebben een positieve connotatie en zijn van Afrikaanse oorsprong. Daarnaast heeft elk mens nog een derde aspect: de jorka. De jorka omvat alle levenservaring en herinneringen van een mens, maar het woord betekent ook spook. Na de dood splitst de jorka zich af van de kra en gaat dan naar het dodenrijk. Vanuit dat rijk kan een jorka weer bezit nemen van een levend mens. en door zijn of haar mond communiceren met de levenden. De jorka's moeten gunstig worden gestemd, anders kunnen zij kwaad doen. Zo kan iemand die aan zwarte magie doet, een wisiman, een jorka iemand laten doden. De vloek of ziekte kan worden opgeheven door bij een bonuman een kruidenbad te nemen.
Bij begrafenisrituelen is de invloed van het wintigeloof goed zichtbaar. De overledene wordt ritueel gewassen en op de avond voor de begrafenis wordt er samen gezongen en gegeten bij de singineti. Ook voor de vooroudergeesten is er drank en eten. Het is de gewoonte om je te begraven dicht bij de plek waar je voorouders zijn begraven, daar leven hun geesten nog voort. Na een rituele rondgang over de geboortegrond, waarbij de kist wordt gedragen door dragiman, worden met pirouettes en omwegen kwade geesten op een dwaalspoor gebracht opdat de overleden rustig het graf in kan gaan om zich later bij de geesten van de voorouders te voegen.
District Para in Suriname
Wisi is de term voor zwarte magie. Sommige volwassenen met een bepaalde dispositie kunnen kinderen of volwassen ziek maken door hun ogri ai (letterlijk boze oog). Maar ook vooroudergeesten kunnen iemand ziek maken, dan spreek je van een jorka-fyofyo. Kinderen zijn hier vatbaar voor, maar de ziekte kan zich soms pas op latere leeftijd openbaren. Een lukuman kan soms achterhalen via welk persoon of jorka de magische ziekten zijn ontstaan. Als dat bekend is kan een bonuman proberen om de personen en geesten weer tot vreedzaam gedrag te bewegen. Vaak moet daar de hele familie aan meewerken.